U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vervelend"
Resultaten 1 - 20 van 23
- anreuren: Altied die olde kwesties weer anreur is barre vervelend (Noordscheschut)
- feteln: Kereltien, zit nou al niet te feteln, want je wordt knap vervelend (Erica)
- flikkern: Hij begun zo vervelend te worden dat ik der an toe was hum de deure uut te flikkern
- gegiechel: Wat een vervelend gegiechel (Nijeveen)
- harrewarren: Ik heb wel het woord haggewaaien heurd. Dat wordt gebruukt veur kibbeln, klieren en vervelend donder (Gasselte)
- hèerschup: Wat een vervelend heerschup (Nieuw Amsterdam)
- kriegelkaore: Wat ain vervelend mens is dat, gewoonweg ain kriegelkaore (Tweede Exloërmond)
- miesderd: Een miesderd is een deur en deur vervelend persoon (Eext)
- naokiemer: Smildiger roet is een naokiemer, mor vervelend roet (Exlo)
- naozeerte: Naozeerte kan altemit vervelend wezen (Havelte)
- nust: Die kliert aal mor an, het is een vervelend nust van een wicht (Anloo)
- ofnokken: Ik was bliede dat die kerels ofnokten, ze wörden knap vervelend (Broekhuizen)
- pierkerd: Een pierkerd is ene, die hartstikke vervelend is en overal over deurzeurt (Ruinen)
- postuur: Dat is zo'n vervelend pestuur (Balloo)
- schokker: An de schokker staon te drèeien was een vervelend wark. De eerappels weurden dan in drei of vier so (Geesbrug)
- sekreet: Wat een vervelend sekreet is det toch; zij mag mien deure wel veurbij gaon (Koekange)
- stikkelorig: Hij is wat stikkelorig, wat vervelend (Havelte)
- tuul: As kinder de olden in de weg stunden en vervelend wörden, dan wör je vaok wegstuurd, mor kwammen a (Eexterveen)
- verdarre: Verdarre, wat vervelend! (Wapserveen)
- vervelend: Wat is dat naar, vervelend wark (Geesbrug)