U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zwarte"
Resultaten 1 - 20 van 85
- albeer: Zwarte, rooie en witte alberen (Smilde)
- baand I: As de eerder eine dood was, leupen ze mit een zwarte band um de arm (Barger Oosterveld)
- baos I: De zwarte baos
- bei: Wij hebt rooie en zwarte beien (Padhuis)
- broen: Dan zet ie er de zwarte maar bij veur (Hollandscheveld)
- centuur: Een mooie zulvern gaspel op een zwarte, fluwelen ceintuur (Beilen)
- dragen: Zij drag altied zwarte kousen (Ruinerwold)
- eerdebult: De eerbult was zwarte grond, vermengd met de inhold van het hoesie en daorbij blaoder, as. Het was e (Eext)
- gat: Met de störm is die boom der met het zwarte gat en al oetgaon
- geld: Die kooplu hebt dik geld beuden veur de zwarte (Mantinge)
- geluk: Gelok neijaor, pak de katte bij het haor/Trek de hond an de starte/Kriej een witte en een zwarte (Hoogeveen)
- gesten: Laot die zwarte beien mar een poosien in het water gesten (Padhuis)
- gieteling: Der is een grieze gieteling en een zwarte gieteling (Sleen)
- git I: Mooie zwarte krallen of krallegies waren gitties (Hollandscheveld)
- gliede: Het zwarte veen op het zand nuimden wie gliede (Barger Oosterveld)
- gliede: Zwarte gliede is hetzulfde as darg (Nieuw Dordrecht)
- gliede: Gliede is een zwarte laog (Roswinkel)
- groeve: De manleu dreugen bij de grove een zwarte pette (Beilen)
- grondeloos: Van het Zwarte Meer zeden ze dat het grondeloos was (Barger Oosterveld)
- haver: Der is witte haver, zwarte haver, wilde haver en bonte haver (Padhuis)