U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boven"
Resultaten 181 - 200 van 317
- ofbrengen: boven ofbrengen (Roswinkel)
- ofkrooien: Eerst boven ofbrengen, dan steek ofkrooien en dan wiekgraoven
- ofromen: As varse melk even stiet, trekt het vet hen boven en kuj de melk ofromen (Wapserveen)
- ofslieten: De voet van de daok boven de baander is aordig ofsletten (Padhuis)
- oftellen: Boven de vieftig begun je of te tellen (Sleen)
- ofvlakken: Die bult mout van boven ofvlakt worden (Emmer Erfscheidenveen)
- onkosten: De onkosten leupen boven het gewin (Beilen)
- opschallen: De panne hangt te dicht boven het vuur, wij zult de kette even wat opschallen (Hijken)
- opschrift: Dat is een goud opschrift, was doe boven dat stuk zet hads (Barger Compascuum)
- opsplitsen: Zij hadden hum een beste rits deur de jasse geven. Hij was van boven tot onder hielemaole op esplits (Havelte)
- optree: As de optree kört is, kuj wat makkelijker hen boven lopen (Gieten)
- overval: Boven bai de gerdienen hung een overvallegie, ...vallegie (Roderwolde)
- palmtak: palmbos. De palmtak, daor kwam de haan boven op
- panhaol: De panhaol wuurd an de ket hangd, boven het vuur (Padhuis)
- paol: Het stiet as een paol boven water (Klazienaveen)
- pèerd: Der vloog ain peerdje boven het wotter (Emmer Erfscheidenveen)
- peerdestront: Peerdestront is die gele laoge net boven de zwarte kluun (Pesse)
- pèerdezolder: Bij een pèerd haj een pèerdezolder en boven de koenen de hilde (Sleen)
- pet I: Het gaot hum boven de pet
- pieken: De toren piekt er boven uut (Diever)