U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gek"
Resultaten 181 - 188 van 188
- walsmeziek: Vrouger was ik gek op walsmeziek van Strauss (Barger Oosterveld)
- waor II: Het kan waor wezen, maor het komp mij gek veur (Hoogeveen)
- wies I: *Der is gien gek of hij döt een wieze trek (Padhuis)
- wies I: Beter goed gek as half wies (Noordscheschut)
- windzak: Het was zo'n halve gek, een echte windzak
- worst: Ik bin gek op dreuge worst (Eext)
- wupstrik: As een jongkerel wat riekelijk prooties hadde en overal de gek zo'n beetien mit alles hadde, dan zed (Havelte)
- zemeln: Hij zemelt al over hetzölfde deur; daor woj gek van (Coevorden)