U zocht voorbeeldzinnen met daarin "land"
Resultaten 181 - 188 van 188
- zèeivioel: Zèeivioelen hadden ze veural op het Grönninger land (Sleen)
- zichtlat I: Zichtpennen en zichtlatten veur het land anmaken en veur het waterpas maken (Barger Compascuum)
- zichtlat I: Een zichtpenne veur het land uutzetten (Klazienaveen)
- zigzageeg: Wij moet er mor even met de zigzageeg over um het land mooi glad te kriegen (Oosterhesselen)
- zoerblad: Het land was rood van de zoerbla (Sleen)
- zotterig: Dat land is zo zotterig, daor kuj haost niet op warken (Sleen)
- zun: De zun schient gien honger in het land
- zwadkam: Het land is niet goud maaid, het binnen almaol zwadkammen (Roderwolde)