U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lekker"
Resultaten 181 - 200 van 280
- rauw: Een plakkie rauw spek is wel lekker, rauw vleis zit gien smaak an (Ruinerwold)
- reitmat: Wij hebt er een reetmatte hen ezet en no leit het er lekker
- rekkig: Die koe is niet arg lekker, hij is wat rekkig (Geesbrug)
- ries I: Dikke ries mit krenten smak lekker (Diever)
- riezebrij: Riezebrij mit suker der in is lekker eten (Barger Oosterveld)
- roggenbrood: Roggebrood mit een plekkie spek der op is geweldig lekker (Barger Oosterveld)
- roos III: Ik bin niks te lekker, ik heb roos in de hoed (Oosterhesselen)
- rozig: Aj van het scheuvellopen weerkwamen, waj zo lekker rozig (Sleen)
- russel: Van reuzel gaon wie lekker kaonties bakken (Roswinkel)
- rustig: Wij woont nogal in een uuthoek; lekker rustig (Broekhuizen)
- ruuk: Ik heb jou een flessie lekker roek metnomen (Eexterveen)
- ruukblad: Mag ik ok zoe'n lekker roekbladtien? (Broekhuizen)
- ruukgoed: Det is lekker roekgoed (Hoogeveen)
- sam: Wij hadden lekker sam brood (Hoogeveen)
- schoegeln: Ik schoegelde lekker under de dekens (Eexterveen)
- schokkern: Die kan zo lekker schokkern (Hollandscheveld)
- schraand: Dat spek is niet lekker, het is zo schraan (Oosterhesselen)
- schrammen I: Een boterham met schrammen was lekker (Schoonebeek)
- schrao: Het spek is lekker schrao (Ruinerwold)
- schupstok: Op de schupstok kun je lekker leunen (Norg)