U zocht voorbeeldzinnen met daarin "groot"
Resultaten 201 - 220 van 281
- ringvuur: Ringvuur luup miestal in het ronde en weur smangs hiel groot in een kring (Emmen)
- roen I: Wat is dat ja een groot roen, dat mensk (Eexterveen)
- roen I: Zie is een groot roen, zie döt niks under veur een kerel (Eext)
- röttenklooster: Die olde schuur is een groot rötteklooster (Roderwolde)
- rowmoezen: De buurman hef de boerderije veuls te groot. Hij kan het allennig lange niet an. Hij rowmoest er mar (Havelte)
- schandaal: Het is een groot schandaol (Roderwolde)
- schandaal: Het kan nog wel op een groot schandaal uutdreeien (Ruinerwold)
- schilderhoes II: Die kerel kan nog gien letter lezen, zo groot as een schilderhuus (Fluitenberg)
- schip: Wat hef die een groot schip op
- schoel I: Zie hebt nog ien hen 't schoel en de aandern hebt ze al groot (Oosterhesselen)
- schoft III: Het peerd wordt bij de schoft meten, hoou groot as e is (Eext)
- schok: Wat zat daor een groot gat. Ik krege toch een schok! (Pesse)
- schoonholden: Zo'n groot huus is haost nait schoon te holden (Valthermond)
- schraobij: Het was schraobij zo groot
- schrikken: As de botter groot wordt, dan mit een scheut kold water later schrikken (Zuidwolde)
- sikkom: Die beide bint sikkum even groot (Roswinkel)
- sjabbeln: Die mut er aordig tegen sjabbeln. Het gattie in de spene is toch wel groot genogt? (Hollandscheveld)
- sjoekerig: Die schoenen zit mij zo sjoekerig; ze bint mij veul te groot (Broekhuizen)
- sjomp: Een sjompe zit niet goed; te groot en rechtan, rechtuut (Hollandscheveld)
- sliepstien: Een keze as een sliepstien zo groot (Havelte)