U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hoed"
Resultaten 201 - 208 van 208
- winderig: Winderig in de hoed
- woord: Een dik woord holdt een kerel van het lief, ...van de hoed (Rolde)
- wried II: Hij wordt wreid op de hoed
- zesthalf: En toen e weer opstond en zien hoed kreeg, toe lag der een zesthalf under
- zeurig: Hie is zeurig, zal de messels wal in de hoed hebben (Sleen)
- zond: Die is niet te zond in de hoed, die duurt wel een beetie ofkieken (Eexterveen)
- zoren: Die uutslag op de hoed zoort al (Hollandscheveld)
- zottern: Het sottert mij in de hoed