U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mot"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 201 - 220 van 500
- instuk: Der mot een nei instuk an die plooug (Anloo)
- intast: De intast mot nog even in het waoter staonblieven, aans is het zo bloouderig (Eext)
- jongbiest: water kriegen; der mot maor een koep in het laand (Borger)
- kachel I: kenst wel vernemen, want de kachel mot wel ain paor streepies hoger (Valthermond)
- kakken: Dei hier komt kakken/En wil het nich zakken/Dan mot hij mar drukken/Dan zal het wal lukken (Barger Oosterveld)
- kant II: Daor hest een kaant stuk wark van maakt, dat mot ik zeggen (Barger Compascuum)
- kaorrad: Het kaorrad piept, het mot smeerd worden (Gasselte)
- kap: Het hoes schut al mooi op, de kappe mot er nog op (Barger Oosterveld)
- kappen: De hoef van het peerd mot kapt worden
- kapper: De kapper mot de houf bijkappen (Gieten)
- karf: Wij hebt een karf deur de rogge meid; zover mot het er eerst of (Hijken)
- keelontsteken: last van een keelontsteking, hij mot man ies naor de dokter (Barger Oosterveld)
- keuning: Zien haan mot altied keuning krèeien
- kielstuk: As het nich past, mot der man een kielstuk ien (Barger Oosterveld)
- klakken: Klakken met de tong deej um een pèerd op te jagen, mor ok um een mot gerust te stellen (Sleen)
- klam: De waske mot nog even bie de kachel, want het vuilt nog wat klam aan (Valthermond)
- kleppen: Dat wicht mot niet zo kleppen (Gasselte)
- kloeterig: Het laand is nog zo kloeterig, daor mot nog even de eg over (Hijken)
- kluwen: Ik mot nog even ain neie kloune anhechten (Valthermond)
- knapperig: Mien vrouw zeg altied dat de gruunte knapperig wezen mot