U zocht voorbeeldzinnen met daarin "water"
Resultaten 201 - 220 van 396
- plaschern: Plansker toch nich zo in het water (Nieuw Schoonebeek)
- plaschern: Op sommige plekken plassen de koene in het water (Schoonebeek)
- pleistern: Moej die jongen toch ies in het water zien pleistern; zij koomt er uut te zien! (Koekange)
- plenzen: IJ moet er flink wat water overhen plenzen, aans wordt het niet schoon (Sleen)
- plenzen: Die kiender bint zo mooi in het water an het pleinzen (Ruinen)
- plenzen: Het water plenst van alle kanten over de emmer (Coevorden)
- ploempen: Ze waren niet bang veur water, zie leuten zuk der zo inploemsen (Anloo)
- ploempen: Die kiender, die zit mit een stok in het water te plumpen (Hollandscheveld)
- ploempen: Het water plumpte uut de locht (Koekange)
- ploetern: Biest ploetert deur het water, zo nat is het er (Sleen)
- plomp I: Der stund 's mörgens een beste plomp water in de sloot (Roswinkel)
- plomp II: De gele bloem op het water met groot blad, dat is de gele plomp (Oosterhesselen)
- plomp II: Het water liekt wel gèel van de gèle plompen (Broekhuizen)
- plompstok: Een plompstok weur vaak gebruukt um het water smèrig te maken, dat de vissen flauw weurden (Hijken)
- plons: Hij vul mit een plons in het water (Barger Oosterveld)
- plons: Plons, daor lag e in het water (Sleen)
- plonzen: Hij plonsde zo het water ien (Barger Oosterveld)
- plonzen: Zie waren met stokken in het water an het plonzen (Ekehaar)
- poeren: Poeren is een pier an een touwgien binden en dan in het water gooien en mar ofwachten of de aol biet (Oosterhesselen)
- pokkel: Hij sprung met de blote pokkel in het water (Hijken)