U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zit"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 201 - 220 van 500
- dak: Der zit een dak op aal hoezen, op de eein een plat dak en op de aander een schuun dak (Eext)
- dakgeut: De dakgeut zit vol blad, het mot schoonmaakt worden (Westdorp)
- daklèer: Der zit gien beschoten kap op, der zit dakleer en gaos onder de pannen (Barger Oosterveld)
- dakstro: Daor zit mooi dakstro in
- dal: Der zit een dal in het weilaand bij oous aachter het hoes (Eext)
- dampen: Die kerels zit hier te dampen, het is der blauw van de rook (Hijken)
- daoi I: Het is veul zachter, der zit daoi in de locht (Beilen)
- daorendrieter(d): Een daorendrieterd, daor zit niet veule bij (Hollandscheveld)
- daorin: In disse trom zit suker en de beschuten zit daorin (Padhuis)
- dapper: Dat is een dapper kèreltien, der zit duvel in (Sleen)
- darg: Darg zit onder het blauwveen (Barger Oosterveld)
- dargveen: Dargveen zit op het zaand (Norg)
- dargveen: zit meest in het dargveen (Geesbrug)
- darm: Der zit niks bij as stront en darms
- dek: Der zit een mooi dek op het hoes
- del I: Daor zit een delle in het dak (Beilen)
- demp I: hebben, der zit demp in (Eext)
- deugd: De deugd zit in het midden en de duvels an de kaante (Geesbrug)
- deugd: ...en het verstand zit an weerskanten (Padhuis)
- deuphok: Hij zit in het deuphokke