U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zwien"
Resultaten 201 - 206 van 206
- zwien: *Een goed zwien vret alles
- zwien: IJ kunt oet een zwien gien twei ruggen snien
- zwien: IJ kunt gien drei schinken van een zwien verlangen
- zwienenholt: As een zwien de plaog hef, dan kookt ze voelbomenholt en dat nat geeft ze an dat zwien tegen die pla (Gasselte)
- zwienenstaart: In een zwienenstaart zit aaid een krul. As die der niet inzit, is het zwien ziek (Sleen)
- zwienepokken: De buurman zien zwien het zwienepokken (Emmer Erfscheidenveen)