U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dat"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 221 - 240 van 500
- angriepen: Dat kan je mar zo angriepen, de verkoldheid
- angruien: Dat zwien mot nog heilwat angruien, veurdat wai hom slachten kunnen (Peize)
- angstig: Wat angstig wark was dat (Nieuw Schoonebeek)
- anhaald: Aj een keer mit dat knopkruud anhaald bint, raak ie het haost niet meer kwiet (Coevorden)
- anhalen: Zie hebt dat touw aordig stief anhaald (Nieuw Schoonebeek)
- anhalen: Door hast die wat anhaald; wast doe dat man weer kwiet (Barger Compascuum)
- anhalen: Ik wil niet hebben daj hen Geert gaot. Dat kind lig zeek op berre, ie wit nooit waj je daor met anha (Hijken)
- anhalen: Most dat kind neit zo anhaolen, dei wil hier straks neit weer vort (Emmer Erfscheidenveen)
- anhaling: Met 'n lange anhaoling van: 'Jaaaa dat is waor...'
- anhang: (...)dat zien tegenstaander ook hiel wat anhaank har (Koekange)
- anhangen: Dat kind is toch zo anhalig, dat hangt je zuverweg an (Zwinderen)
- anhangerig: Dat kind is zo anhangerig (Sleen)
- anharksel: Zuw dat anharksel nog even opbienden in schutbossies (Wapserveen)
- anhechten: Dat papiertien moej anhechten an de breef diej nog stuurt (Hijken)
- anheuisel: Dat anheuisel kunj mooi gebroeken veur het bedekken van de eerpels (Hijken)
- anhèuren: Ik zat dat zo is an te heuren (Roderwolde)
- anhèuren: Dat lawaai was nich um an te heuren (Barger Compascuum)
- anhèuren: Dat luut zuk goed anheuren
- anhèuren: Ik wil is even anheuren, hoe dat zit (Barger Compascuum)
- anholden: Dat holdt nog wel een