U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dik"
Resultaten 221 - 229 van 229
- woord: Een dik woord holdt een kerel van het lief, ...van de hoed (Rolde)
- wringen: Dat dik mèensk vringt zuk ok weer in het harnas
- zèeien: IJ kunt dik zèeien en dun zèeien
- zoerigheid: De melk was dik van zoerigheid (Een)
- zolt I: Hie hef al weer een dik zwien in het zolt
- zommerjas: Dat is gien zommerjasse, door is e veul te dik veur (Barger Oosterveld)
- zoolleer: Zoolleer was dik en stief leer (Roderwolde)
- zwartwarker: Hij har nogal wat zwartwarkers an het wark en door hef hij dik op verdeind (Barger Oosterveld)
- zwienenvoor: Het zwienevreten moet dik en lobbig wezen (Zeyen)