U zocht voorbeeldzinnen met daarin "het"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 221 - 240 van 500
- akkefietien: Het was man een akkefietje om dat te doun
- akker: Hij döt het op zien akkerties (Havelte)
- akker: Hie is an het eende van de akker
- akkeraot I: Het is een hiel olde klokke, maor hij löp akkeraot (Hoogeveen)
- akkerhek: Het akkerhek is een hek aachter op de akker veur de deurgang van die boer, die het laand der aachter (Eext)
- akkerholt: Wij harren een boel akkerholt in het eerpellaand (Ruinerwold)
- akkoord I: Zij kregen akkoord en het huus was verkoft (Hoogeveen)
- akkoord I: Zij bint het akkoord worden (Anderen)
- akkoord I: ... het akkoord klaor worden
- akkoord I: Het op een akkoord gooien (Diever)
- akkoord I: Hou is het gaon, binj in het akkoord kommen met je beide? (Vries)
- aks: ik wil een gat in het ies hauwen (Barger Oosterveld)
- aksiens: ...de aksiens veur het slachten nog anzuveren (Sleen)
- aksiensbewies: Het aksiensbewies bij jenever of bij het slachten van een biest (Padhuis)
- akster: Het bint net aksters; woor het goed is, daor trekt ze hen (Borger)
- akster: As een ekster mit een strospier um het
- akster: Het is beter bie een kraaie te zitten as bie een ekster te wuppen
- aksternust: De jongen hebt het eksternust oethaald, dat boven in de bome zat (Beilen)
- al I: Al kreeg e ok alle dagen klappen, hij leut het nich (Barger Compascuum)
- al I: Al hoe beroerd het ook leek, het is toch goed of elèupen (Hoogeveen)