U zocht voorbeeldzinnen met daarin "koe"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 221 - 240 van 500
- lap: Wat hef die koe een mooie lap (Sleen)
- lebmaag: Die koe hef wat in de lebmaag (Anloo)
- ledig II: Dat is een mooie ledige koe
- leewater: Die koe hef de hak vol leewater (Buinen)
- lekspeen: As een koe een lekspeen hef, dan drupt die de hiele dag. De tet is
- lende: Het lende van de koe (Dwingelo)
- lichtmelkt: Die koe is lichtmelkt, dende is stiefmelkt (Sleen)
- Lichtmis I: Mit Lichtmis mit de koe hen de bolle, dan hej kalver mit Allerhilleng (Zuidwolde)
- lid I: Die koe is goed van leden (Mantinge)
- lid I: Die koe hef het under de lee
- liederig: Die koe löp er wat liederig bij. Zuj hum gien dek overdoen? (Coevorden)
- lief I: ...as een drachtige koe (Pesse)
- lief I: as een koe (Exlo)
- lief I: een olde koe (Geesbrug)
- lief I: een poepse koe (Emmen)
- lief I: Toen de koe ekalfd har, leut ze het lief zien (Meppel)
- lienmeel: Geef die neimelkte koe nog mor een scheppien lienmeel der bij (Stieltjeskanaal)
- lievig: Die koe is aordig lievig, der kun wal een kalf in zitten (Sleen)
- liter: Disse koe gef op het ogenblik nog vieftien liter melk op het maol (Ruinerwold)
- loeder(d): Wat een loeder van een koe (Dwingelo)