U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mooi"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 221 - 240 van 500
- dok I: As het wat regenachtig is vandaag, dan kuj mooi dokken binden (Vries)
- doktern: Dat hef e mooi veur mekaar dokterd
- doktern: Ze dokterde der mooi met om (Roderwolde)
- doktern: Hie doktert mooi, mar ik trappe der nog niet in (Fluitenberg)
- donder: Die lillijke oolde donder hef oes der mooi tussen had (Padhuis)
- dook I: Het wordt mooi weer, der lig dook over het laand (Roderwolde)
- dorie: (...) zo ter dories mooi, dat elk er naor loert
- drabbeln: Het begunt nou toch mooi te drabbeln (Ruinen)
- drabs: Most mooi oppassen, aans za'k die ain diesel veur dien drabs geven
- draod: De kaalver bint al mooi wend um daogs aachter het draod te blieven
- draod: As 's mörgens veul draoden over het laand ligt, kriej daags mooi weer
- draven: Dat peerd kan mooi draoven (Gieten)
- drèeien: Ze kan der zo mooi umme toe drèeien, as ze gien woord wil hebben (Koekange)
- drol I: Dat was een mooi drollegien, wat die man veurdreug
- drommels: Het is drommels mooi (Klazienaveen)
- duffel: De duffel was mooi ofzet met lint of stotkaant (Sleen)
- duikers: Het vuurwark was duikers mooi (Borger)
- duikers: Het is duuksels mooi, wat aj daor zegt (Zuidwolde)
- duvekater: De duvekater, det was mooi! (Broekhuizen)
- duvels: Het is duvels mooi (Grolloo)