U zocht voorbeeldzinnen met daarin "over"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 221 - 240 van 500
- gekir: Over het veld van de neskaant kwam het gekir van petrieze
- geklaag: Wat weer een geklaag over het weer (Barger Oosterveld)
- geklets: Dat geklets over de buren kan ik slecht tegen (Barger Oosterveld)
- geklier: Aj drok aargens met an de gang bint, kuj niet best over geklier (Eexterveen)
- gekras: Hol op met dat gekras over het bord, der geit mij ja een rilling over de hoed (Vries)
- gekrimmeneer: Dat gekrimmeneer over aaid mar weer die beumpies, daor wuj naar van (Padhuis)
- gekroep: Deur dat gekroep over de vloer kriegt de kinder de buksen kapot (Barger Oosterveld)
- gekwetter: Aal dat gekwetter en geklets over een aander, komp niks gien gouds van (Vries)
- geld: Den hef der geld over
- geld: Geld over de balk gooien (Grolloo)
- geliekmaotig: De kuunstmes kwam der gliekmaotig over (Vledder)
- gemak: Ik sprunge der mit gemak over (Diever)
- gemienschupszin: Over het algemeen is er in Drenthe nog al wat gemeenschapszin (Beilen)
- genarmd: Dat span luip geaarmd over het straote (Emmer Compascuum)
- genog: Zie hebt hum de deur wezen, mor gek genog komp e der toch aal weer over de vloer (Eext)
- gerechtigheid: Ik wit niet precies van welle dit laand is, mor J. hef in ieders geval de gerechtigheid der over (Beilen)
- gerechtigheid: Ik heb der gerechtigheid over
- geringschattend: IJ moet niet zo geringschattend doen over hum, want hie kan beslist wal wat goed doen (Weerdinge)
- geroeze: Zo'n harbarge, ik mag der niet over, over al dat geroeze
- gesprek: Daor hew een hiel gesprek over had (Emmen)