U zocht voorbeeldzinnen met daarin "water"
Resultaten 221 - 240 van 396
- pomp I: 's Winters musse wij wat water in de pompe doen um weer wat water uut de wieke te kriegen (Hoogeveen)
- pompegat: Veur het weglopen van het water was in de mure een gat emaakt en det was het pompegat (Hoogeveen)
- pomphokke: De pompe stund in het pomphokke en daor was een geute mit een gat in de mure um het water mit schrob (Geesbrug)
- pompsloot: Do er nog gien riolering was, leup het water ien een pompsloot (Barger Oosterveld)
- praom II: Praomen kunt varen in ondiep water (Schoonebeek)
- prei: Prei drif water of (Klazienaveen)
- preken: Hij kan de vis uut het water preken
- proemenkreuze: Ie neemt zes proemen de man en de man ook een haandtien vol rezienen. Det muj koken in roem water. A (Hoogeveen)
- pul: Een pulle mit warm water op berre veur de vouten (Barger Compascuum)
- putemmer: De putummer, die an de putstok zat um water te putten (Pesse)
- putrol: Wat piept dei putrolle weer; der wordt weer een ummer water opput (Barger Compascuum)
- putse: Zij worde kwaod en gooide hum een putse water aover de hoed (Hoogeveen)
- putten: Wij musten 's morgens heel wat water putten veur al dat vee (Pesse)
- putten: Ik zal oe even een ummer water putten um de wasse op te spulen (De Wijk)
- puttengruun: Het putgruun was gedreugd mos dat tussen de stienen elegd worde um het water te filtern (De Wijk)
- raak: Die steek under water was raak (Schoonebeek)
- rad II: Hij is zo rad as water (Barger Oosterveld)
- ragen: Die tonne muj een nacht ien het water gooien, hij begunt te ragen (Ruinerwold)
- regen II: Het mag um mij wel warm water règen
- reurig: Het water uut de putten was vrögger nogal reurig (Nijeveen)