U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dag"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 241 - 260 van 500
- loeren I: Ik heb de hiele dag al um het huus lopen te loeren, mar ik kan gien wark meer vinden (Klazienaveen)
- logeren: Aj oet gasten gingen, duurde dat eein dag, logeren is langer (Anderen)
- lomp: veur 'n dag kommen (Oosterhesselen)
- loonuur: Die dag dat het regende, hadden ze niet veul loonuren (Sleen)
- loopschuut: Die loopschuut komp elke dag langs (Padhuis)
- lopen: Aj de heile dag op jacht lopen hebt, bi'j 's aovends wel mui (Eexterveen)
- löskommen: Wie gaot nog even een dag oet, veurdat het wark weer loskomp
- luiern: De hiele dag maor wat in huus zitten te luiern, doe toch is wat (Nieuw Amsterdam)
- luilakken: Hie lopt de huile dag bie huus te luilakken (Emmer Erfscheidenveen)
- lurken: Sigaren rookte hie niet, mar hie zat de hiele dag an zien aolde piep te lurken (Oosterhesselen)
- lurpen: Over de hele dag rekend, lurpen ze der heel wat koffie deur
- lurpen: Hie döt de hiele dag
- maken: Wij hebben der een mooie dag van maakt (Coevorden)
- malen: Het maolt mij de hiele dag deur de kop (Drouwen)
- maljannendag: Een dag veur het intrekken, dan werd er jenever verstrekt. Maljannendag (Eelde)
- medde: Gao weg, eelske medde, wordst mit de dag aigenwiezer (Tweede Exloërmond)
- melden: Vrogger mussen de warkelozen zich elke dag melden (Nieuw Dordrecht)
- melkbriefien: zat elke dag an de pulle. Daor stund op, hoeveule aj eleverd hadden (Ruinerwold)
- messeln: Aj de hiele dag messeld hebt, kuj 's nachts wal liggen
- messtal: De hiele dag har