U zocht voorbeeldzinnen met daarin "goed"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 241 - 260 van 500
- eddereulie: Ie hebt 't enkel ja hielemaole dikke en blauw; maor ies goed inwrieven mit eddereulie (Hoogeveen)
- èende: *Eind goed, al goed (Broekhuizen)
- effen I: Van dat effen goed hef oes wicht zich een buisien laoten maken (Padhuis)
- egge I: IJ moet de zende goed an de egge hebben
- egge I: As de zende goed scharp is, mut de egge aover de nagel lopen (De Wijk)
- enkel II: Zij is wat enkel, maar goed gezond (Ruinerwold)
- enkel II: Die pinke is nog wat enkeld, hij is nog niet goed uut egruid (Broekhuizen)
- eten I: Het eten hef oes goed smaakt (Hooghalen)
- etgaarheui: Etgaarheui is niet goed veur pèerde, het is te fossig (Sleen)
- eulie: goed under de eulie
- Evert: Evert braandt er goed op (Dwingelo)
- ezelskont: *Beter rood haor en goed gezond dan zwart haor op een ezelskont (Hoogeveen)
- febrewarie: Febrewarie helder en klaor, dan is het een goed iemenjaor (Schoonlo)
- febrieksroet: Wij hadden het goed under het febrieksroet zitten (Gees)
- feesten: Mit de Uffelters, daor kuj goed mit feesten: die lust wel een burreltien (Broekhuizen)
- feestholden: Wij hebt goed feestholden (Sleen)
- feet: Trek no toch is een goeie fettel oet die garve, dan lig het goed vast (Padhuis)
- fetsoen: Ie kunt mit goed fetsoen niet bij huus komen, zo modderig is het daor
- fielisteren: Wij magt oe fieleseteren dej het er zo goed of ebracht hebt (Koekange)
- fiengevulig: Het is wal goed gaon, mor het is nog wal fiengevulig