U zocht voorbeeldzinnen met daarin "klein"
Resultaten 241 - 260 van 320
- schup II: Umdat hij vrögger niet genog schuppen onder het gat had hef, is hij zo klein bleven (Hoogeveen)
- sjappie: een klein dronken mannegie (Pesse)
- slak: Een klein kalf is een slakkie (Ruinerwold)
- slopgat: Ze maakt het slopgat zoe klein, straks kan ik er niet meer deur (Broekhuizen)
- smèerappel: In een smeerappel zit een klein diertie (Schoonebeek)
- smeulhoopie: Van het grote paosvuur is een klein smeulebultie over ebleven (Fluitenberg)
- snaor II: Een snaore kan een klein ondeugend, eigenwies kiend wèen en ok een vrouwspersoon, mar dan is het ni (Hollandscheveld)
- snekke: is een klein radtien, dat een ander radtien in bewèging brengt (Broekhuizen)
- snoef: Snoef zat in een klein duusie en dat weur dan overal mit hen neumen. Dan weur er een klein beetie sn (Geesbrug)
- spatei: Een spatei is een klein, rond eigie, zo dik as een knikker en der zit gien daore in (Coevorden)
- spieten II: Aj klein bint, wi'j graag groot wèen en aj groot bint, spiet het oe daj niet meer klein bint (Hollandscheveld)
- spil II: Hij had een klein spillegien, mar hij hef een wat groter spil weerkocht (Sleen)
- spinde I: Een spiendtien kan hier ok gewoon een klein kassie wezen (Nieuw Amsterdam)
- spinnegien: Der zat zo'n klein spinnegie in het koppie (Barger Oosterveld)
- split: Het split in het hemd was te klein; de kop kun der niet deur (Gasselte)
- spoekei: Een spoukai was een klein ai, woor gien dooier in zat, of misvormd was (Barger Compascuum)
- sterappel: Een sterappel is een rood, klein appeltien (Sleen)
- stevel: Dei is zo klein, dat is net een paar stevels mit een kop der op (Barger Compascuum)
- stiekelbos: Oes klein Jannegie hef een stiekelbossie (Rolde)
- stip I: Op het lest zagen wie de vleigmesiene nog as ein klein stipken (Barger Compascuum)