U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pèerd"
Resultaten 241 - 260 van 267
- vlochtig: Dat pèerd kik wat vlochtig. Dan is e wat wild, kop in de locht, mor ok schuw. Dat zit in het karakt (Sleen)
- völkern: Hie völkert er met, met dat pèerd (Sleen)
- voorbak: Vroeger bij het café stun altied een voorbak veur het pèerd (Buinen)
- voorhoek: Voorhoekies zint wuusties en andere kleine stukkies, waor gres mèeid wuur veur het pèerd etc. (Sleen)
- voorwarker: Voerwarkers sleepten mit het pèerd veur aandern (Dwingelo)
- voringhoffien: Het pèerd wuur in 't stal daon, mor ij mèeiden wat gras in het voringshoffien, ...voorhoffien, ... (Sleen)
- vort II: Vort zeg ij tegen een pèerd (Stieltjeskanaal)
- vortmennen: Dat pèerd hut altied zo an, aj vurtment (Wapse)
- vosblest: Wij hebt een vosblest pèerd met veer witte bienen (Sleen)
- vostenter: Een vostenter pèerd (Sleen)
- vrachtdienst: Hilbert dee vroeger de vrachtdeenst met de grote karre en een pèerd er veur (Hijken)
- vrouwlu: Vrouwlu en jong pèerd weet niet, waor ze te laand kommen kunt
- vrumd: Dat pèerd is nog een beetien vrumd
- vullen II: Dat pèerd mot nog vullen (Weerdinge)
- wagenloops: pèerd moej niet kopen, die is wagenloops (Sleen)
- warmbloed: Wij hebt een warmbloed pèerd (Zwiggelte)
- weven: Dat pèerd dat weeft, dat moej niet kopen (Pesse)
- wies II: Dat pèerd is wies
- windhapper: Dat pèerd is een windhapper, ...windzoeger (Sleen)
- zadelrugge: Dat pèerd hef een zadelrogge, dat is een lege rogge (Broekhuizen)