U zocht voorbeeldzinnen met daarin "tegen"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 241 - 260 van 500
- heerdplaat: Daor stiet altied een stuk brandholt tegen de heerdplate (Erica)
- hèerschup: As het heerschop veurstemt, stemt de meier niet tegen (Hoogeveen)
- heide: Dat mens kan neit tegen drokte, zo een moej op de heide zetten
- heil I: tegen het heil in, ...op
- heil I: Die jong is aaid tegen het heil in
- heil I: Hij mus tegen het heil op meien
- heil I: Hij is tegen het heil en de bochte in
- heil I: Zien jongen gruiden tegen het heil in
- heis II: Ik gaf hum een heis det hij tegen de vlakte gunk (Ruinerwold)
- heistern: Wat heb ik er tegen moeten heistern um het daon te kriegen (Wapse)
- heistern: Ik mus der aordig tegen heistern um de garven boven op de miet te kriegen (Oosterhesselen)
- heksen: Ik mus der tegen heksen (Sleen)
- helligkop: Dat is wel zu'n helligkop, pas mor op, wat oj daor tegen zegt (Eext)
- helling: Tegen de helling was het lekker in de zunne (Elim)
- hemelhoog: Ik zee der hemelshoge tegen op (Hijken)
- heng: Tegen de winter mussen ze de hengen weer smeren, aanders piepten ze zo (Hoogeveen)
- henstreveln: ...tegen
- heufd: Mit het heufd tegen de mure lopen (Dwingelo)
- heufd: Der het heufd tegen bieden
- heufd: Dèenk um het heufd van de baander, jaog der niet tegen an, ij hebt wel een aordig dik voor heui op (Eext)