U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zit"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 241 - 260 van 500
- doem: Die zit meesttied te doemen drèeien
- doem: De hengen zit al an de deur, maor de doem mot er nog in (Gieten)
- doemen: Het kind zit in de houke te doemen (Emmer Compascuum)
- doemkracht: Op een doemkracht zit een haenepalle (Dwingelo)
- doemröt: Der zit doemröt in de poters (Sleen)
- doenig I: Wat is dat mèensch doenig, ze zit nooit stil (Weerdinge)
- doesterd: Wat een doestertie van een keugie, der zit gien grui of blui in (Noordscheschut)
- doesterd: Daor zit niks bij die vent, het is een grote doesterd (Broekhuizen)
- doestern: Ene, die altied zit te doestern, daor is gien gezelligheid an (Hollandscheveld)
- doevennust: In de boom achter oes hoes zit een doevennust (Valthe)
- doezen I: Scheet is wat op, wat zit ie daor wèer te doezen (Hijken)
- doezendpoot: Doezendpoten zit bie zommerdag in het veen (Barger Oosterveld)
- doodbluien: Die appelbomen zult zuk nog doodbluien, zoveul blui zit er an (Eext)
- dórreln: Mien grofva zit maor wat hen te dorreln (Beilen)
- doster(d): De veenlaoge, woor veul holt ien zit, is doster (Barger Oosterveld)
- dovenetel: An de dovenetel zit mooie, lipvörmige blooumpies (Eext)
- dover: Een dover is een törf, waor zaand in zit, die was net te diepe graven (Zuidwolde)
- draank: As de draank is in de man, zit de wiesheid in de kan (Hijken)
- dracht: Daor zit dracht in, dat is goed spul
- drammen: Dat kind zit maar te drammen en te dwingen (Barger Compascuum)