U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dat"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 261 - 280 van 500
- ankommen II: Het komp je wat raar an, dat het zo rustig is (Hijken)
- ankommen II: Het is nogal slim ankommen, die klap van dat peerd (Drouwen)
- ankommen II: Dat dende vaak bij oes löp, daor komp mij het niks op an
- ankommen II: Het komp mij der mor op an dat e op tied is
- ankommen II: Dat e het volholdt op dat stee, dat zei ik nog niet ankommen (Roderwolde)
- ankommen II: Het weer zal beter worden, dat zie ik nog wel ankommen (Klazienaveen)
- ankommen II: As dat moede is, kuj wal ankommen
- ankommen II: Dat komp nog wel duur an, dat grappien gaat geld kosten (Klazienaveen)
- ankoop: De ankoop van dat stuk laand kwam oous gooud van pas (Eext)
- ankoop: Bij ankoop van zoveul bosschuppen kregen wij dat gratis (Schoonoord)
- ankopen: Hij zal dat houkie laand wel ankopen (Roderwolde)
- ankunnen: Dat mens kan alles wel an, die maokt alles op (Anderen)
- anlaan: Die kerel was zo anlaon, dat hie kun niet meer lopen
- anland: Dat is een aanlande naober
- anlanden: Dat wicht het het goud daon, dai is goud aanland (Valthermond)
- anlangen: Woj mij dat stuk iezer even anlangen? (Klazienaveen)
- anlaoten: Hoe giet het met dat veersie? Nou, hij lat nou mooi an (Noordscheschut)
- anlappen: Wij wussen het eerst niet, maar toen begrepen wij, dat de buurman hum dat anlapt har
- anlappen: Dat heb ik hum mooi anlapt
- anlappen: Hoe kun de man dat doen, um hum an te lappen bij de politie (Exlo)