U zocht voorbeeldzinnen met daarin "grond"
Resultaten 261 - 280 van 457
- ofwiezen: De anvraog um een stuk grond an te meugen maken, is ofwezen (Padhuis)
- onberooid: Wij hebt nog een lappe onberooide grond, de eerappels mut er nog uut (Hoogeveen)
- ontginning: Aj een stok grond an het ontginnen bint en ie bint daor op an het wark, dan bi'j op de ontginning (Hollandscheveld)
- ontvenen: De grond waor wij nou eerappels verbouwt, is veur jaoren terug ontveend (Coevorden)
- ontzoeren: Wij hebben schoemeerde over het land hen kregen um de grond wat te ontzoeren (Klazienaveen)
- onweersvörst: Onweersvorst zeg wie as het bie slecht weer 's morgens wat wit op de grond is (Barger Oosterveld)
- oord II: Het oord van die zwao lop mij aal in de grond (Anloo)
- opbreken: De grond brek op
- opgaarden: Der is je een stukkie op de grond vallen, gaar het even op, veur der ene op trapt (Hijken)
- ophogen: Ze meut dat stuk grond flink ophogen (Barger Compascuum)
- oppakken: Het lig op de grond, dat moej even oppakken (Sleen)
- opslokken: Woningbouw, dat slokt hiel wat grond op (Klazienaveen)
- opstalen: Veurdat het heui in het vak komp eerst een laoge takkebossen op de grond veur het opstalen (Fluitenberg)
- opstalen: De konten van de rogge bint altied nat, want de grond straolt altied wat op (Elim)
- opvochten: Het wordt ander weer, de grond vocht op (Barger Compascuum)
- overzanden: Dat is nogal lichte grond, dei meuje overzanden (Barger Oosterveld)
- paand: Bie dat hoes is een mooi paand grond bie (Roswinkel)
- pandhinkeln: De wichter teikenden mit een stokkie ein paand op de grond, zie wolden paandhinken (Emmer Erfscheidenveen)
- papperig I: Met die opdaoi is de grond vaok papperig (Eext)
- pèerdiezer: Zunige boeren sluigen twai dampaolen in de grond mit een dwaarspaole der over. Dei hongen in een pao