U zocht voorbeeldzinnen met daarin "man"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 261 - 280 van 500
- hazenhart: Die man hef een hazenhart
- heer: Die man, dat is ok een mooi hèer, die trekt dunkt mij geregeld hen aander vrouwlu (Beilen)
- heer: Gooi de heer der man op, dat is dan de leste troef (Barger Oosterveld)
- heer: Um heer te worden, is gien kunst, man um heer te blieven, dat is 'n kunst (Roswinkel)
- hèerd: De aolde man zat aaid in de hoek van de hèerd (Oosterhesselen)
- heksenketel: Man, wat was het daor een heksenketel, wat een lawaai (Weerdinge)
- helder: Die man hef een helder verstand (Klazienaveen)
- hemd: Het kan beter van het hemp as van de man
- hemdrok: Een vrouw har een borstrok an en een man een hemdrok (Sleen)
- hemel: Veier man hulden mit de processie de hemel vast (Barger Compascuum)
- hemmel I: Het was man een hemmel ding (Roswinkel)
- henbrengen: Die man is vandage hen ebracht (Ruinen)
- hengaon: Man, how kuj zuks dooun, ij hadden der wel an hengaon kund (Gasselte)
- henkommen I: Die man, die zwarft altied, die hef gien henkommen (Klazienaveen)
- hetsig: Dei is overal zo hetsig op, man hij warkt nooit niks of (Barger Compascuum)
- heuiben: De heuiben muj met twie man dragen, of der zat een rad under, as bij een kaor (Sleen)
- heuien: Eerder gung ie met de hele hoesholding hen heuien, tegenwoordig döt één man dat met de mesiene (Hijken)
- heuier: Ik heb de heuiers man even wat to drinken brocht (Barger Oosterveld)
- heuipakkien: De eerste heuipakkies weegt nich veul bie het opsmieten, man de lesten weegt wal 100 kilo (Barger Oosterveld)
- heuvel II: Wat is die man heuvel (Wijster)