U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wol"
Resultaten 261 - 280 van 481
- opholden: Wis do dat knot wol even veur mij opholden? (Schoonebeek)
- oplichten I: Ik wol de zaak wel wat meer oplicht hebben (Sleen)
- opmaken: De bakker wol de taort opmaken (Roderwolde)
- opnimmen: Wol ie de bestelling wal even opnimmen (Westerbork)
- opreukeln: Ik wol de kachel opreukeln en doe kun ik de poke nich vinden (Barger Oosterveld)
- opreuren: Hij wol die zaak persé opruren um de duvel in het gaoren te kriegen (Elim)
- opsakkeduizen: Ik wol dat hij opsakkedaierde, want hie begunt mai aordig te vervelen (Eexterveen)
- opspinnen: Dizze plukke wol wil ik nog even opspinnen (Emmer Erfscheidenveen)
- opstouwen: Ik wol dat meel in de schure opstouwen (Tweede Exloërmond)
- optrekken: Eerst wol hij het veur die pries verkopen, mar nou trekt hij de melk op
- opvreten: Hie wol zien iegen woorden wal weer opvreten
- organist: Meester gunk mit pensioen, maar as organist wol hij gelokkig nog wel anblieven (Hoogeveen)
- overhalen: Hij wol mit mooipraten mie overhalen dat ik mitgung (Barger Oosterveld)
- overloper: In elke oorlog bint er wol overlopers (Roswinkel)
- pèerdstal: Dat pèerd wol vanmörgen 't pèer(d)stal niet oet (Sleen)
- pen: De vrouwe wol breien, mar kun de pennen niet vienden (Hoogeveen)
- persé: Hij wol persé een stenen kanne hebben, maor die hadden ze niet (Hollandscheveld)
- persé: Hij wol persé geliek hebben (Coevorden)
- petroon I: Hij wol scheiten en do har e gien patroon ien het geweer (Barger Oosterveld)
- pieegien: Asse wij vrogger een pieegien harren, was er wel een koopman in Möppel die ze hebben wol (Ruinerwold)