U zocht voorbeeldzinnen met daarin "alle"
Resultaten 281 - 300 van 341
- verbetering: *Alle verandering is nog gien verbetering (Sleen)
- verbreken: Hij hef alle umgang met zien femilie verbreuken (Beilen)
- verdikke: Verdikke, hij is alle aovends weg (Ruinerwold)
- verdonk(e)remaonen: Hij hef alle pepieren verdonkeremaond (Geesbrug)
- verhogen: Alle priezen hebt ze verhoogd (Barger Oosterveld)
- verkoken: Ie hebben de gruunte helemaole laoten verkaoken, alle smaak is der of (Meppel)
- verliezen: Alle hoop is verleuren (Exlo)
- verlof: Alle verloven binnen introkken (Peize)
- verschuchtern: Vrogger dee'k alle week de ramen, mar no wordt het verschuchterd (Erica)
- versmarten: Aj het grös al te lange in zwillegies hebt liggen of as het alle dagen règent of zo, dan giet het (Hollandscheveld)
- versmarten: As ene alle dagen op bedde lig, mut hie ummelegd worden um versmarten te veurkomen (Hollandscheveld)
- versmeren: Ze hadden alle botter versmeerd en toen mus ik neie halen (Barger Oosterveld)
- verstaand: De kiender keken mit alle verstaand naor de mooie blaorebieter
- verstelster: Zai haar vrouger alle weken een verstelster (Zuidlaren)
- verstrèeien: Wij hebt alle kuunstmes al verstrèeid (Stieltjeskanaal)
- vervreten II: Dat ondier har alle mudse zakken vervreten (Hijken)
- verzeggen: De aole trekker kan oes alle daogen verzeggen (Westdorp)
- veurtaon: Veurdan brengt hij oens alle dagen de Möppeler Kraante (Havelte)
- veurzien: Het is van alle gemakken veurzien (Dalen)
- vieftigreuster: IJ hebt een vieftigreuster, dat is een modern reuster en een viefenvieftigreuster veur alle erpel bo (Sleen)