U zocht voorbeeldzinnen met daarin "het"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 281 - 300 van 500
- allerbenauwdst: Allerbenauwdst, wat zag het er uut nao die donderbeuie (Smilde)
- allerdeegs: Hij zöcht het goud oet, allerdings dei kleine koukies nog (Roswinkel)
- allereerst: Dat zee ik nog misschien tegen gien sterveling; tegen oe nog het allereerste, Trui!
- allergekst: Het was der allergekste duuster (Sleen)
- allergekst: Het is een allergekst mooi wicht (Tweede Exloërmond)
- allergloependst: Het was allergloepenste kold (Roderwolde)
- allerguunstigst: In het allergunstigste geval bin ik der um tien uur weer (Valthe)
- allerieuwigst: Het is alderieuwigst mooi weer (Sleen)
- allerlèest: Op het allerleste kreeg e toch nog een kans
- allerliefst: Dat doew het
- allermakkelst: Dat is wal het allermakkelijkste karwaigie, wat e zuk door oetzöch hef (Barger Oosterveld)
- allermensen: Allermeinse, wat is het toch wat! (Stuifzand)
- allermerakels(t): Het was allemeraekels mooi (Diever)
- allermiest: De oldste hef nog het allermieste van zien moe (Padhuis)
- allerminst: Het is mij nog allerminst dudelijk (Padhuis)
- allerminst: Bij die boer heb ik het allerminste verdiend (Sleen)
- allermooist: Het veurjaor is op zien allermooist (Norg)
- allermooist: In junimaond is het op 'n allermooisten (Zuidlaren)
- allernao: Alternao hoe het weer is (Ruinerwold)
- allernaorst: Ik heb het aldernaorst drok (Buinen)