U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lopen"
Resultaten 281 - 300 van 407
- rondtien: Het is mooi weer, zuw gaot nog even een rondtie lopen (Buinen)
- rondum II: Ik moet rondom het hoes lopen kunnen (Gieten)
- rondum II: Ik gao nog even rondumme het huus lopen (De Wijk)
- rosmeul: Bij het dörsen met de rosmeulen mussen de pèerde aal in het ronde lopen (Hooghalen)
- runnen I: Hij kan die zaak wel runnen, laot hum maar lopen (Meppel)
- ruter: *Ruter op pèerd/Laot ze mor lopen/Hoeveul maonties, ...knopen is het wèerd (Sleen)
- rutern I: Hie kan nog niet lopen, maar wal rutern op ien bien (Dalen)
- sabbeln: Mien breurtie hef nog lange op de doeme lopen te sabbeln (Beilen)
- schaol II: As de winter zowat veurbij was, gunge wij schaoltie lopen op een niet te diepe sloot (Ruinerwold)
- schatvat: Kiek dat wicht is lopen in die kört rokkies, net een schatvat (Eext)
- schatvat: Die kan wal in een schatvat lopen
- schavaksies: Ik heb er al wat lopen achteran daon en van allerhande schavaksies met beleefd
- scheel I: Die jong hef zuk der scheel achteran lopen en nog hef e heur niet kregen (Nieuw Dordrecht)
- schief I: Laot die olde maar lopen, die hef wel een paar schieven in de olde kouse (Meppel)
- schieren: Det har ik al eschierd, det hij die rommel in de sloot leut lopen (Ruinerwold)
- schithak: Hij kreeg een schiethak van het lopen in klompen (Roderwolde)
- schobberdebonk: op de schobberdebonk etc. lopen
- schoddern: As der iene zo'n beetien hard begunt te lopen, zegge wij: kiek, daor schoddert hij hen (Havelte)
- schoefien: Op een schoefie lopen is hetzölfde as op schobberdebonk lopen (Zuidlaren)
- schoeklomp: Ik kan heil goud in schouklompen lopen, beter as in gewonde klompen (Barger Compascuum)