U zocht voorbeeldzinnen met daarin "meer"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 281 - 300 van 500
- ham I: zegt nog meer van schinke (Ruinerwold)
- hamel II: IJ kiekt lang zo hamel niet meer oet aj daon hebt (Sleen)
- hamel II: Wat is die vrouw haomel, der zit gien kleur meer op (Drouwen)
- handlanger: Daor mot een handlanger bie komen, dat kun je nich meer ofrekken (Barger Compascuum)
- handvanger: As de koele te diep weur, kun de graver de törf niet meer op de krooie zetten. Dan kwam der een han (Nieuw Dordrecht)
- harbargier: De harbargier, die tapt niet meer, want de deuren, die bint dichte (Hollandscheveld)
- haren I: Goud haren kan haost gieneine meer (Barger Oosterveld)
- harsens: Hij verslit meer broeken as harsens (Hoogeveen)
- harsien: Doe mar een harsie spek meer in de panne (Klazienaveen)
- hartenjagen: Wie wolden nog even hartenjaogen, mor haren der gain tied meer veur (Valthermond)
- hartslag I: Ik kun de hartslag haost niet meer vernimmen (Sleen)
- haspel: Der zat gien haspel meer op het aolde spinnewiel (Ruinerwold)
- haspeln: Noou begunt e te haspeln, hie wet niet meer hoou of e het zeggen mot (Eext)
- hatelijk: Die kan zo hatelijk wat zeggen, dat is gien gekheid meer (Hollandscheveld)
- hauseier: Op het Meer
- haze: Hij kan gien haos meer anlopen
- haze: Hij vangt ok gien haozen meer
- heden I: Dat kuj op het heden niet meer maken
- heden II: Heden ten dage meeit ze niet meer mit de zende (Broekhuizen)
- hèer: Het is al jaoren heer, proot er toch niet meer over (Padhuis)