U zocht voorbeeldzinnen met daarin "aans"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 301 - 320 van 500
- ofwimpeln: Die man moej ofwimpeln, aans stiet e der alle dagen (Sleen)
- ofwisseling: Hij wil veur de ofwisseling ok wal ies wat aans doen (Westerbork)
- ofzetten: Ie mut ze wat eerder ofzetten, aans wordt ze te dikke
- ofzundern: Ze moet er wel tussen, ze zundert zuk aans of (Zeyen)
- onabel I: ...ien, die altied tegenprat en aans wil as een aander (Odoorn)
- onkruudeeg: De onkruudegge mus ie good oprulen, aans kreej hum in de warre (Wapse)
- ontkniepen: Hie zag gien kaans te ontkniepen, aans was hie er wal vandeur gaon (Borger)
- ontzeggen: Ie könt de jongen niet teveule ontzeggen, aans hej kaans det ze het stiekum doet (Koekange)
- oog: Ik heb hiel wat aans op het oog
- opbinden: Dat haor, dat moet ze opbinden, aans kunt ze het ooriezer niet opkriegen (Sleen)
- opdoen: IJ moet je bokspiepen opdooun, aans kriej ze under de rommel (Eext)
- opdrinken: IJ moet je thee opdrinken, aans wordt het kaold (Eext)
- ophissen: Die jong maj wal wat ophissen, aans krig e nooit gien meid (Hijken)
- ophöppen: Zie hebt die jong ophupt, aans har e het niet daon (Sleen)
- opjagen: Ie meut de laoge der niet te dik opjagen, aans kriej er de poere in (Pesse)
- opknuppen: IJ moet de staart direct opknuppen, aans hej hum zo weer in de grup liggen en hej hum weer smerig
- oplegger: Wij kent niet aans as een oplegger (Pesse)
- oplopen: Wij mouten wat oplopen, aans kommen wie der nait (Eelde)
- opmeuten: Je moet de koenen bij het hek even opmeuten, aans loopt ze het hek veurbij (Gasselte)
- opmeuten: IJ moet de koenen opmeuten, aans komt ze bij oes in het hoffien (Oosterhesselen)