U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boven"
Resultaten 301 - 317 van 317
- weer I: Het aolde wèer in Meert brengt trillings boven het laand
- wet: Hij was onder en boven de wet, hij gaf nargens nao (Havelte)
- wief: Witte wieven, die zweeft boven het veen (Balloo)
- Willem: As die veugel boven ien de boom zat te zingen, was het net of hij flèut van 'Ik bin dikke Willem' (Ruinerwold)
- wolfskap: Het wolfsdak zit miest boven de veurdeur (Weerdinge)
- wonder I: Hij is der wonder boven wonder goud ofkommen (Barger Oosterveld)
- zaagkoel: Vrogger weurden de dikke bomen tot planken zaagd. Ien man stun boven de zaagkoel en ien man in de ko (Weerdinge)
- zandstiekel: in goed gruunlaand; daor zit wat zand boven in (Sleen)
- zaodzolder: Wel was er een zaodzolder, waor het zaod miestal in zakken hen ezet wur boven het veurhuus (Wapserveen)
- zegen I: Alle zegen komp van boven
- zengen: bint van boven al zengd (Drouwen)
- zindern: De lucht zindert boven de heide (Hijken)
- zolder: Een zolder is alles wat gien hilde of plafond is. Een hilde is een zolder boven de koenen op de lös (Sleen)
- zolderkamer: Wij hebt een paar zolderkamerties boven veur de wichter (Weerdinge)
- zwartveen: Zwartvene zit boven het blauwvene (Dwingelo)
- zwengelpomp: Wij hadden boven het aanrecht eerder een zwengelpomp (Buinen)
- zwienenpot: Eerder mussen wie melle struppen en dat kwam boven op de zwienepot, ...stookpot (Barger Oosterveld)