U zocht voorbeeldzinnen met daarin "een"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 301 - 320 van 500
- anblik: Het aovendrood is een mooi anblik (Erm)
- anblik: Over dat landschap hej een mooi anblik (Oosterhesselen)
- anboeren: Die jongelui bint in een paor jaor flink anboerd (Schoonlo)
- anbokken: IJ hebt een brandende sigaar. Woj mij even anbokken (Nieuw Dordrecht)
- anbouw: Bij ons mos de schuur een anbouw hebben veur de sik
- anbouwkeuken: Zij hebt een anbouwkeuken kocht (Coevorden)
- anbraanderig: Wat een anbraanderige locht (Sleen)
- anbreken: Der kan nog wel ies een aander tied anbreken (Eext)
- anbreken: Ik wil een nei pottie jam anbreken (Norg)
- anbrengen: Een nei lid anbrengen bij de club (Odoorn)
- andacht: As wij hen de kerk gaot wenst wij mekaar een goeie andacht (Odoorn)
- andachtig: Een andachtig geheur (Oosterhesselen)
- andaon: Hie zee een gedicht op, zo mooi, ik was der glad andaon van (Eext)
- andiel: Hij het een aandeel in de boermarke (Een)
- andiel: Aj febriekserpel verbouwen wilt, moej een andiel in 't febriek hebben (Oosterhesselen)
- andiel: In dat stukkien laand hew nog een andiel in (Stieltjeskanaal)
- andiel: Dat die weg der kommen is, daor het hij een groot andeil in had
- andielholder: Ze hadden door een vergadering van andeilholders (Barger Compascuum)
- andoening: Hai het een aandouning aan de bainen (Emmer Compascuum)
- andoenlijk: Do de mouder van de kinder begraven weur, was het een andounlijk bewegen