U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hen"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 301 - 320 van 500
- hanepoot: Eerder gungen wij wal hen hanepoten houwen
- hansop: Trek dien hansoppien an en dan hen bedde (Emmen)
- haorsnien: Ik moe even hen de kapper hen haorsnien (Sleen)
- happen: Veur zien neie gebit mus hij hen happen
- happig: Hie was der niks niet hapsig op daor bosschuppen hen te brengen (Eext)
- harbarg: Tegen elf uur gungen wij hen de harbaarg en wij kochden oous een borrel (Eext)
- hard: Niet zo hard gillen, het klinkt mij deur de oren hen (Hollandscheveld)
- Harm: Ik moet even hen meester Haarm, ...Haarm Eenoog
- hart I: Van harten wol e wal gèern hen, mor hie mug niet (Sleen)
- hèer: Waor koj hèer en waor gaoj hen? (Oosterhesselen)
- hèer: hen
- heer: Die man, dat is ok een mooi hèer, die trekt dunkt mij geregeld hen aander vrouwlu (Beilen)
- heerdvuur: Het hèerdvuur is oes oetgaon; zuw mor hen bedde gaon? (Sleen)
- heide: hen heide dörschen
- heideplukken: Hie hef iene hen heideplukken (Sleen)
- heideplukken: ien van de zeuven hen heideplukken
- heimelijk: Hij geet even hen het heimelijk gemak
- hemern II: Hij is hen emern (Zuidwolde)
- hemern II: Jongs, wij gaot hen hemern (Hoogeveen)
- hen I: As der gien stip genog was, zee mien moeder: Ik zal de zwarte hen er even boven holden