U zocht voorbeeldzinnen met daarin "man"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 301 - 320 van 500
- iederkeer: Die man leuit ous iederkeer lachen (Gieten)
- iegenzinnigheid: Het is een boel iegenzinnigheid bij die aolde man (Sleen)
- ienig: Wat zal der dan worden van een ienig blind man
- ienling: Die man, dat is een ienling
- ienspanjer: Die man, dat is een ienspanjer (Westerbork)
- iezern: De man had een iezern gestel (Hoogeveen)
- iezerstark: Dai man is iezerstaark, dai kan dai kaast wel tillen (Valthermond)
- inbaom: Die man was zwak van inbaom (Ruinen)
- inboezem: Die man is zwak van inboezem (Sleen)
- inbörstig: Die man is inbörstig (Padhuis)
- inhaken: Laot we mekaar man inhaken, dat lop wat makkelijker (Barger Compascuum)
- inhold: Die man hef weinig inhold
- inhold: Den man revelt as een advokaat, maar het hef niks geen inhold
- inhold: Die man, die sprek zunder inhold (Dwingelo)
- inhold: Die man is zwak van inhold (Sleen)
- inhold: Die man hef gien starke, ...beste inholdten (Eelde)
- inslag: Die man hef ok 'n malle inslag had met het overlieden van zien vrouw
- inslag: Die man hef een goeie inslag
- inteelt: Man, ie mut die hondties bij mekaar weg holden, dat wordt inteelt (Hoogeveen)
- jachtakte: Hij hef wal een jachtakte anvraogd, man hij hef hum nich kregen (Barger Compascuum)