U zocht voorbeeldzinnen met daarin "meer"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 301 - 320 van 500
- hellig: *Hoe meer de iemen winnen, hoe helliger zij binnen
- helligheid: niet meer praoten (Rolde)
- hemd: Drei maol om het huus tou lopen, den hest gain hemd meer aan
- heuibarg: Het heui komp tingenswoordig niet allemaole meer lös in de heuibarg (Beilen)
- heun: Wij moet ofstaand doen van de aolde meer, dat zal oes nog heun ofgaon (Odoorn)
- heupgewricht: Mien heupgewricht wil nich meer draaien (Barger Oosterveld)
- hèuren I: koekoek niet meer roepen
- hèuren I: Toch ies even heuren of ik er nog wat meer van gewaor worden kan (Vries)
- hielmaol: Da's hielemaole niet wied meer, een ketiertien die kaante uut (Hoogeveen)
- hiepekrassien: Ze is niet zo jonk meer, mar het blif een iepekrassien (De Wijk)
- hiesigheid: Hiesigheid is wat meer pieperig, schrom zit wat dieper (Zuidwolde)
- hik: Ik en de hik gingen over het meer/De hik ging weg en ik kwam weer
- hinder I: 'k Heb der gain hinder meer van (Zuidlaren)
- hittepetit: Het zal niet lang meer duren/Of X wordt kampioen (Sleen)
- hoed I: hew scheurd, de hoed was niet goed meer (Borger)
- hoed II: Bie dat huidken mot een bitken eulie, want hij wil nich meer in 't rond
- hoel: De hoel döt 't niet meer, 't febriek is dicht (Eext)
- hoenderhoffien: Der is niet veul grond bij dat hoes, niet meer as een hoenderhoffien (Borger)
- hoepeln: Deur het verkeer op straote ziej gien kiend meer hoepeln (Noordscheschut)
- hoes: Hij mag der niet meer in hoes kommen