U zocht voorbeeldzinnen met daarin "over"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 301 - 320 van 500
- grouwel: De grouwel geit mie over de hoed
- grouwel: De gruwel gung mij over de grouwel (Borger)
- grouwel: De gruwels leupen mij over de grouwels (Nieuw Amsterdam)
- grup: Wij bent even de gruppe over west (Klazienaveen)
- grup: Die is de gröppe over egaone
- grup: Hij prat al een mooi woordtie over de gröppe
- grupkloete: Wie meut de grupkloeten nog over de akker hakken (Barger Compascuum)
- gruppen: De eerpel moew der mar ingruppen, want met het peerd kuw niet over dat land (Padhuis)
- gruwel I: De gruwel gung mij over de grouwel
- gruweln: Het gruwelt mij over de rugge (Emmen)
- gui I: Ik kreeg mij daor een guie melk over mien jurk! (Koekange)
- guldensreuster: De consumptie-erpel gungen over de guldensreuster (Sleen)
- guldensreuster: Een guldenreuster, door gungen de kleinties deur en de eters over (Barger Compascuum)
- gulp: Wie kregen ain haile gulpe waoter over de kop hen (Valthermond)
- gup: Hie kreeg een gup waoter over zich hen (Rolde)
- guts II: Hij kreeg een beste guts waoter over hom hen (Roden)
- guunstig: Hie denkt niet al te guunstig over dat volk (Oosterhesselen)
- haan: De haene gunk bij ongelok over (Diever)
- haand: Wij geeft mekaor de haand en we praot nargens meer over (Drouwen)
- haand: Hie streek met de hand over het hart (Padhuis)