U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vrogger"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 301 - 320 van 500
- knaster(d): Vrogger zeden ze stuiters of bommen, nou knasters (Hijken)
- knecht: Wij haarden vrogger 'n vaaste knecht in het waark (Diever)
- knechtenkamer: De knechtenkamer was vrogger op de deel boven de koenen (Sleen)
- knibbeln: As wij vrogger stoet mössen halen, zaten wij altied al an de körsten te knibbeln (Stieltjeskanaal)
- kniebak: Haksel worde vrogger emaakt mit een stok olde zende en een kniebak. Stro ien de kniebak, en dan mar (Fluitenberg)
- kniepertien: Wij bakten vrogger knieperties en neijaorskoeken in het fernuus (Ruinerwold)
- kniepertiesiezer: Vrogger haj een kniepertiesiezer en een neijaorskoekeniezer; het kniepertiesiezer was kleiner
- kniepstuverig: De rieken waren vrogger meer kniepstuverig dan de armen (Hoogeveen)
- knierte: Mit 'n knierte brachten ze vrogger het heui van de bulte buten naor de stal, het was een extra grote (Hoogeveen)
- knitterpapier: Vrogger kreej snuup in zuk mooi knetterpapier (Broekhuizen)
- knoproet: Ome Jan nam het knoppiesroet vrogger mit naor huus en dan verbraandden ie het in de kachel, want dat (Hollandscheveld)
- koejong: Koedrieven haj vrogger een koejonge veur, maor dat is al hiel old (Hoogeveen)
- koezolder: De boeren knupten vrogger de staarten van de koenen met een stuk touw vast an een ringe an de kozold (Beilen)
- kokoskoek: Kokoskoekies krege wij vrogger vake bij de thee (Meppel)
- kokosneut: Kokosneuten aten ze vrogger niet (Nieuw Amsterdam)
- kolera: An de kolera gungen ze vrogger gauw dood (Padhuis)
- kooiker: In Eemster haaj vrogger kooikers (Dwingelo)
- kookkachel: Vrogger hadden ze een vuur, mor wij hebt aaid een kookkachel had (Sleen)
- koopman: Vrogger hadden de kooplu een blauwe kiele an (Havelte)
- koorts: Vrogger waren de mèensken doodsbang veur de koorsen