U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wil"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 301 - 320 van 500
- hardhèurig: Hie wil niet lustern, hie is hardheurig (Sleen)
- harfstbui: Harfstbuien wil nog wal ies hagel inzitten (Barger Oosterveld)
- harsens: Waor harsens zit, wil gien haor gruien (Hoogeveen)
- haver: Ik wil niet tegen mien iegen haver holden
- hebben: Hie wil ok wat van het levend hebben (Sleen)
- hebben: Wil e niet wat op hebben?
- hebben: Ik wil der ok wat an hebben, ans dan doe ik dat niet
- hebben: As hie dat niet wil, dan hej het er van had, dan huuft e ok gien mond mèer lös te doen
- hebberechtig: Hie is zo hebberechtig, het mut altied net gaon, zoas hie het hebben wil
- hechten I: Het wil niet goed hechten mit mekaar (Klazienaveen)
- hechten I: Die zere plek wil niet hechten, misschien zit er nog wat voeligheid in (Broekhuizen)
- heem: Ik wil hom nait op het haim hebben
- heer: Ie moet de grote hèer mor niet oethangen, 't geld wil wal op! (Beilen)
- hege: Ik wil nog wel ies een mooie heerde um huus toe (Hollandscheveld)
- heks: Heks in de botter is: as de melk in de karn niet bottern wil (Geesbrug)
- held: Die wil ok geern de held oethangen (Rolde)
- helderop: Ik wil dommies nog helderop an het wark (Fluitenberg)
- hellig: Ik wil mai der niet hellig om maoken (Roderwolde)
- henin: Wil ij het loeg henin?
- hetten: Dei törf wil wol hetten (Roswinkel)