U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dag"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 321 - 340 van 500
- piepen II: Die aolde man zit de hiele dag maor een beetien an te piepen (Buinen)
- pieren: Hij zit de heile dag op zo'n stukkie veen te pierken (Barger Compascuum)
- pietereulie: Ieder dag wordt de pietereulie bij evuld (Havelte)
- Pinkstern I: As Paosken en Pinkstern op ien dag valt, dan krieg ie dat
- plaat: Hij zit de hele dag maar wat mit de voeten op de plate
- plaotsvervanger: dag vort, hij har gien plaotsvervanger (Barger Oosterveld)
- plegen III: Aj de heeile dag an het plegen west hebt, wi'j 's naachts wel liggen (Eext)
- plezierig: Wij hebt vandage een plezierige dag had (Hoogeveen)
- ploetern: Hij mus de hiele dag ploetern um rond te kommen (Westerbork)
- plompverleuren: Hie kwam er plompverleuren met veur de dag (Gasselte)
- poststempel: An de poststempel kuj zein dat de breif al een dag of wat onderweg west is (Barger Oosterveld)
- poter I: Mit een koppel poters kuj der in ein dag heilwat inlopen (Barger Oosterveld)
- potern: Hij potert de hele dag deur (Hijken)
- preveln: Opoe zit de haile dag in zukzulf te preveln (Valthermond)
- priezen I: Je moet de dag niet priezen veur het aovend is (Hoogeveen)
- prikkelig: IJ kunt wal ies zo'n dag hebben, daj aordig prikkelig bint (Sleen)
- prins: Dat is een dag vèur de prins
- pront: Ze komt pront veur de dag (Elim)
- prummeln: De heule dag is e wat binnensmonds an het prummeln (Zeyen)
- prutteln: Oma dee de heeile dag niks as prutteln op de kleinkinder (Eext)