U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kan"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 321 - 340 van 500
- duren I: Vleis in het zolt kan lange duren (Dwingelo)
- duun II: Dat ze hier aal zo boort, kan er op duden dat er wat in de grond zit (Eext)
- Duuts I: Hie kan goed Duuts (Mantinge)
- duvels: Hij kan duvels hard lopen (Hoogeveen)
- dwarsligger: Wij doet er dwarsliggers underdeur, dan kan het beter lien (Sleen)
- echt: Ik kan echt niet (Dwingelo)
- ei: Ik wil hum nich meer aaier onderdoun as dat hij oetbruiden kan
- ei: Hij kan het ei niet kwiet
- ekkelboom: Een ekkelboom grait heil langzaam en kan heil old worden (Barger Oosterveld)
- elkien: Elkiene kan wel begriepen dat het zo niet deur kan gaon (Uffelte)
- emelt: Een emelt kan een koppel schao dooun in het graslaand (Eext)
- Engels I: Dat hij zo goud Engels kan, komp umdat e joren in Engeland woond hef (Barger Compascuum)
- enkel I: Ik kan niet best lopen, ik heb de enkel verstuukt (Noordscheschut)
- entereui: Dat is een mooi entereui, die kan onder de ram (Klazienaveen)
- entern: Ik zal ies kieken, a'k hum eerdaags ies entern kan, want ik hebbe nog wat mit hum te bepraoten (Hollandscheveld)
- even I: As het maar èven lieden kan, is ie al op het ies (Hollandscheveld)
- evenan: As het evenan kan, kom ik murgen (Coevorden)
- evenei(t)s: As het evenei(t)s kan, dan dou ik het (Roderwolde)
- evenwal: Het gef niks, het kan evenwal deurgaon (Stieltjeskanaal)
- fakseren: Die kerel kan heel wat bij mekaar fakseneren (Weerdinge)