U zocht voorbeeldzinnen met daarin "maken"
Resultaten 321 - 340 van 416
- spijs II: Opper, spijs is op, wij moet nog specie maken (Sleen)
- spirreweren: Hij stun daor te spirreweren um dudelijk te maken, wat hij bedoelde (Hooghalen)
- spleut: veur het maken van iemshuven (Nieuw Dordrecht)
- spleutentrekker: De spleutentrekker, ...splutentrekker wuur gebroekt bij het huufies maken (Sleen)
- splitsverbinding: Wij moet nog een splitsverbinding in het touw maken (Schoonoord)
- sprakkel(n)holt: Sprakkelholt is geschikt veur baandgarden en um spielegies te maken in een bijenkorf (Geesbrug)
- sprik: Wij zöchten sprikken um de kachel an te maken (Sleen)
- stakoor: Lillijke, verrekte stakoor, wat hej der te maken (Sleen)
- staot I: Zo'n man kuj gien staot op maken (Dwingelo)
- steekholt: Steekholt gebroekt ze bij het maken van een steiger; hij lig van de muur naor de anbinder (Weerdinge)
- stiefkind: Je moot de bool eerlijk delen, jonges, en gien stiefkinder maken (Beilen)
- stiefselpappien: Aj eerder een vlieger maken wolden, mussen ij een stiefselpappien hebben (Sleen)
- stoelmat: De stoelmatte dreugt uut bij de kachel, die moeje wat nat maken (Klazienaveen)
- stoeltiesklok: De stoeltiesklok begunde merakels te maken, want het was op slag half tiene
- stofdoek: IJ kunt van die lap nog best een stofdoek maken (Dalen)
- stoppen: Wij moet de erpel der nog under stoppen, ...maken
- streek: Muziek maken? As het even kan nich bie os op de streek
- strop: Een strop maken van twie zielen (Padhuis)
- strowis: Een kalf mit een strowisse schone maken
- tarpentien: Die la muj schone maken mit tartentien (Ruinen)