U zocht voorbeeldzinnen met daarin "non"
Resultaten 321 - 325 van 325
- zo: Zo, hej non je zin? (Weerdinge)
- zommerstip: Hej non al last van zommersproeten? (Hijken)
- zullen: Die zult ze non hebben
- zunneblinde: Zunneblinden waren van holt; zie bint er non niet mèer (Sleen)
- zwikken: Ik bin zwikt en non he'k 't enkel verstoekt (Oosterhesselen)