U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boer"
Resultaten 341 - 343 van 343
- winterjeude: Hij is boer, maor hij döt ook in lappies; het is een soort winterjeude (Hoogeveen)
- ziedschot: Dei boer hef maar ein ziedschot meer op de wagen (Barger Oosterveld)
- zwartbont: Die boer hef niet aans as zwartbonten (Dwingelo)