U zocht voorbeeldzinnen met daarin "nog"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 341 - 360 van 500
- bereppen: Wij moet hum nog bereppen
- bereurte: Aol Rieks hef een bereurte had, mor het liekt nog aordig good (Gasselte)
- berien: Dat neie peerd kent nog niks, die mow neug ies berien (De Wijk)
- berien: Het peerd was nog jong, wie konden hom nog nait berieden (Zuidlaren)
- berouwen: Het zal oe nog een keer berouwen det ie det stuk laand zo duur ekocht hebt (Ruinerwold)
- berucht: Nao die beruchte störm bin ik der nog wal ies weer west
- bes I: Het is al een aold bessien, mor wij doet het nog niet vort (Eext)
- bes II: Hij hef bij de domeneer in de bezen ewest, mar zij waren nog lange niet riepe (Havelte)
- bescheten: Die is ziek ewest, die kik er nog aordig bescheten uut (Wapserveen)
- beschied: Wie mun hum nog bescheid zeggen
- beschied: Krigst nog wel beschaid, as het deurgaait (Emmer Erfscheidenveen)
- beschieten II: Wij moet het dak nog beschieten (Nieuw Amsterdam)
- beschikken: Hij kun nog niet over het geld beschikken (Padhuis)
- beschikking: Ik heb de beschikking nog niet kregen (Sleen)
- beschuut: Stoet wil ik niet meer, mar een beschuut giet er nog wal in (Padhuis)
- besef: Dat kind hef 't besef nog niet (Sleen)
- beslaon: Zwienensomp moet nog beslagen worden (Emmen)
- beslaopen: Ik moet mij der eerst nog ies over beslaopen (Sleen)
- besluut: Tot besluut kwaamp er nog een mooi vuurwaark (Diever)
- besparen: Op dat wark kuj nog wal wat besparen (Emmen)