U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stuk"
Resultaten 341 - 352 van 352
- weiden I: De koenen weidt op dat stuk (Sleen)
- weiland: Wij hebt dat stuk weiland met 'n beide (Exlo)
- wief: Het beste stuk huusraod is een goed wief (Elim)
- wulen: Dat stuk grond mouten wie nog even wuilen (Valthermond)
- zak: Het achterste stuk, woor as het waoter in zit, is de zak (Eext)
- zakken II: Die hoogte in dat stuk laand laoten we zakken
- zandkop: In dat stuk laand zit een lelijke zaandkop (Gasselte)
- zandstien: Hie hef een stuk zaandsteein vönden en dat hef e noou in zien museum (Eext)
- zeilgoren: Hij haar een stuk zaailtouw in de buutse (Barger Compascuum)
- zetten: Een stuk laand in het gaos zetten veur de hoender
- zunder: Hie har een stuk vleis zunder het ien en zunder het aander
- zwartsel: Zwartsel weur vroeger gebroekt veur het underste stuk van muren, in het zwienhok of op stal (Emmen)