U zocht voorbeeldzinnen met daarin "een"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 361 - 380 van 500
- angel I: Hij kan dat best edaone hebben, hij hef wel een angeltien van zoks (Broekhuizen)
- angel I: Hij hef een hoge angel in de kop
- angel I: Een angeltien onder het riet
- angel II: Ik mag graog ies een angelie oetgooien om wat gewaor te worden (Vries)
- angelstok: Hij hef een angelstok van bamboe (Ruinerwold)
- angeren: Een geerakker moej met ploegen angeren (Weerdinge)
- angetrouwd: Het is een angetrouwde neve van mij (Nijeveen)
- angeven: Een zwien angeven veur het slachten (Schoonebeek)
- angifte: Ik mout ok nog even op het gemeinthoes wezen om angifte te doun van een dood kalf (Vries)
- angifte: Wij moet angifte doen daw een hond hebt (Zwiggelte)
- angifte: Hij miste een schaop en hef er angifte van daon bij de politie (Schoonlo)
- angreep: Aw met aalman toepakt, is het ok mor een angreep (Anderen)
- angreep: Hemmel dat even op, het is mor een angreep (Drouwen)
- angriepen: Hij kun nog gauw een bentetop angriepen, anders was hij verzopen (Barger Compascuum)
- angstanjagend: Een angstanjagend geloed (Barger Compascuum)
- angstig: Het was een angstig ogenblik (Dwingelo)
- angstig: Eein kind is een angstig bezit (Norg)
- anhaald: Aj een keer mit dat knopkruud anhaald bint, raak ie het haost niet meer kwiet (Coevorden)
- anhakken: As doe de kanten anhakst, most de kloeten een bitken fien maken (Barger Compascuum)
- anhalen: Do mos nog even de wezeboom een bettien anhalen (Padhuis)